Home
Menu
Zoek
Zoeken Annuleren

03.1 - Leerlingenzorg

Leerlingvolgsysteem

Op de Bentetop volgen we de leerlingen goed in hun ontwikkelen. We werken met het leerlingvolgsysteem ParnasSys. Op de leerlingkaarten zetten we gegevens die invloed kunnen hebben op het functioneren van het kind, zoals gezondheid, belangrijke gebeurtenissen en gesprekken met ouders. Dit is belangrijk om het gedrag en de prestaties van het kind te kunnen begrijpen. We gebruiken dit om de onderwijsbehoeften van kinderen in beeld te brengen. Bij de jaarovergang bespreekt de leerkracht uw kind met de nieuwe leerkracht, die de informatie uit het systeem ook kan raadplegen. Via het ouderportaal kunt u die gegevens bekijken en controleren en de vorderingen van uw kind volgen.

Toetsen en observeren

We gebruiken in alle groepen de methode onafhankelijke toetsen van Cito om de voortgang en het niveau van kinderen te toetsen en te volgen. Deze toetsen nemen we twee keer per jaar af. Veel vaker wordt er getoetst met methode afhankelijke toetsen. Die geven de leerkracht een goede indruk of de kinderen het onderwijs in de weken ervoor goed hebben opgepakt. De toetsen geven aan waar de leerkracht op moet bijsturen, zodat er geen hiaten ontstaan. Minstens zo belangrijk is de dagelijkse observatie door de leerkrachten. Gedurende het schooljaar zijn we altijd alert op de houding en het gedrag van uw kind om te kijken of het zich prettig voelt en tot leren komt.

Op sociaal-emotioneel gebied werken we met de vragenlijsten van de methode ZIEN!. Dat geeft ons een goed beeld van het functioneren op dit gebied en geeft ons handreikingen om het kind te ondersteunen waar dat nodig is.

Alle gegevens worden digitaal bewaard, zodat we een goed overzicht hebben van de resultaten, individueel en van de groep. De intern begeleider bekijkt de resultaten met de leerkrachten en het hele team. Wanneer er sprake is van zorg komen we in actie.

We volgen de vorderingen van de leerlingen in een cyclisch proces, verdeeld over vier periodes per jaar. Door te werken met groepsplannen kunnen we de onderwijsbehoeften van elk kind vertalen naar de dagelijkse praktijk. Zo krijgt elk kind het onderwijs dat het nodig heeft.

We gebruiken de volgende Cito-toetsen:

 

 

Groep1- 2

Groep 3

Groep 4

Groep 5

Groep 6

Groep 7

Groep 8

Drie minuten toets

 

 

X

 

X

 

X

 

X

 

X

 

X

Avi-leestoets

 

 

X

 

X

 

X

 

X

 

X

 

X

 

Rekenen/wiskunde

 

 

X

 

X

 

X

 

X

 

X

 

X

 

Begrijpend lezen

 

 

X

 

X

 

X

 

X

 

X

 

X

 

Spelling

 

 

X

 

X

 

X

 

X

 

X

 

X

 

Werkwoorden spelling

 

 

 

 

 

X

X

Woordenschat

 

X

X

X

X

X

X

 

Groep 1 en 2

In de kleutergroepen werken we met Parnassys-leerlijnen.  Aan de hand van dagelijkse observaties kunnen we de ontwikkeling van het kind vanaf het begin goed volgen en kunnen we voorsprong en stagnatie in een vroeg stadium signaleren. Na signalering kunnen we het aanbod aanpassen en eventueel onderzoeken wat het kind nodig heeft.

 

De overgang naar het voortgezet onderwijs

 

Na acht jaar basisonderwijs gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs, meestal aan het eind van groep 8. We bereiden de leerlingen goed voor. In het laatste jaar op de basisschool doorlopen de kinderen samen met de ouders een traject.

·      Aan het begin van het schooljaar is er een doelengesprek. De leerkracht nodigt de ouders samen met hun kind hiervoor uit.

·      In het najaar brengt de hele groep een bezoek aan een doe-dag op een van de scholen voor VO in de buurt. De kinderen krijgen dan de kans om in een veilige zetting de eerste stap over de drempel te zetten.

·      In januari/februari organiseren scholen voor VO open dagen. Op school hangen posters, maar houdt u ook de regionale kranten in de gaten, daarin kondigen scholen hun open dagen ook aan. Ouders en kinderen kunnen buiten schooltijd deze dagen bezoeken om zo een keuze te maken voor een school die bij hen past.

·      Vóór 1 maart nodigt de leerkracht de ouders samen met hun kind uit voor een adviesgesprek. De leerkracht geeft een advies voor het niveau van het VO, de ouders en het kind kiezen de school. Het advies dat de basisschool geeft, is een bindend advies. De school kijkt daarvoor onder andere naar: de groei en ontwikkeling in de afgelopen acht jaar op het gebied van leren en sociaal-emotionele ontwikkeling en de werk- en leerhouding.

·      Vóór 1 april meldt de school de leerlingen aan bij de school van keuze. De aanmelding bestaat uit het versturen van het inschrijfformulier met het onderwijskundig rapport.

·      In april maken de kinderen de Centrale Eindtoets.

·      Zodra de uitslag binnen is, stelt de school de kinderen en hun ouders schriftelijk op de hoogte van de resultaten van de Centrale Eindtoets.

 

De Centrale Eindtoets geeft een tweede advies voor het VO. We kijken of het schooladvies en het advies van de Centrale Eindtoets overeenkomt. Het voortgezet onderwijs mag de score op de Centrale Eindtoets niet gebruiken om te beslissen of een kind al dan niet wordt toegelaten.

Soms wordt de Centrale Eindtoets beter of minder goed gemaakt dan de school verwacht. Wanneer de toets beter is gemaakt dan de school had verwacht, dan zal de school het advies heroverwegen en in gesprek gaan met het kind en de ouders. Het schooladvies kan dan worden aangepast, maar dat hoeft niet. Wanneer de eindtoets minder goed wordt gemaakt dan de school verwacht, dan kan de school het advies niet aanpassen. De kinderen en hun ouders kunnen uiteraard wel met de leerkracht in gesprek gaan over de oorzaak of aanleiding van het verschil.

We volgen onze oud-leerlingen een aantal jaren. Hiervoor krijgen we de resultaten van de VO-scholen toegestuurd. Zo kunnen we zien of we de leerlingen goed hebben verwezen en kunnen we waar nodig ons onderwijs bijstellen.

 

Aanmelden en zorgplicht

Ieder kind met of zonder ondersteuningsbehoefte is in principe welkom op onze school. We hebben de taak om voor ieder kind adequaat onderwijs te realiseren. Daaronder wordt verstaan dat het onderwijs zoveel mogelijk is afgestemd op wat het kind nodig heeft, zowel in pedagogisch (opvoedkundig) als didactisch (onderwijskundig) opzicht.

In de wet passend onderwijs is opgenomen dat ouders hun kind schriftelijk bij de school van hun voorkeur aanmelden. Scholen moeten ouders vragen of ze hun kind ook bij een andere school hebben aangemeld. Tijdens het kennismakingsgesprek ontvangen ouders de aanmeldingsformulieren. De schriftelijke aanmelding betekent in de praktijk dat ouders een aanmeldformulier van de school invullen en ondertekenen. Dit formulier moet minimaal tien weken voordat plaatsing op een basisschool wenselijk is (dus minimaal tien weken voor de vierde verjaardag) worden ingeleverd.

Bij aanmelding wordt volgens de wet passend onderwijs van ouders verwacht dat ze aan de school doorgeven of hun kind extra ondersteuning nodig heeft. Wij zullen u in dat geval vragen of er gegevens beschikbaar zijn die inzicht geven in deze ondersteuningsbehoefte. Dit kunnen bijvoorbeeld onderzoeksrapporten van externe instanties zijn.

 

Bij het aanmeldingsformulier ontvangen ouders een vragenlijst. Hiermee wordt de school geïnformeerd over de ontwikkelingen van het kind. Deze informatie wordt gebruikt om te kijken naar de extra begeleiding die een kind misschien nodig heeft en ook om te kijken of de school dit kan bieden.

Na ontvangst van de ingevulde vragenlijst worden ouders eventueel uitgenodigd voor een vervolggesprek. Het aanmeldingsformulier, het intakegesprek, eventueel aangevuld met informatie van een kinderdagverblijf of Voorschool, zijn een belangrijke basis voor de school om vast te stellen of een kind extra ondersteuning nodig

heeft.

Wanneer het duidelijk wordt dat een kind extra ondersteuning nodig heeft, stelt de school de volgende vragen:

·      Wat is nodig om uw kind op de school te laten functioneren (afgestemd op zijn/haar onderwijs- en opvoedbehoeften)?

·      Welke mogelijkheden ziet de school? De school heeft een schoolondersteuningsprofiel, waarin beschreven staat wat de school wel of niet kan bieden.

·      Waarom de school eventueel niet in staat is, ondanks de extra ondersteuningsmogelijkheden uw kind kwalitatief goed onderwijs te bieden

Voordat de school overgaat tot de toelating van een leerling met een ondersteuningsbehoefte dient een zorgvuldige afweging plaats te vinden tussen wat de leerling nodig heeft en wat de school kan bieden. Een plaatsing in het regulier onderwijs moet de leerling optimale ontwikkelingskansen bieden. Hoewel onze school het als haar taak ziet in voldoende mate af te stemmen op de onderwijsbehoeften, kan de ontwikkeling van sommige kinderen beter begeleid worden door een speciale school voor basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs.

 

Op onze website staat meer informatie over de zorgplicht, zoals:

·      Protocol aanmelding en zorgplicht

·      Stroomschema aanmelding binnen de regelgeving van passend onderwijs

·      Het schoolondersteuningsprofiel ( het SOP vindt u bij documenten)

·      Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband passend onderwijs 22.02

Voor scholen zijn er grenzen aan de mogelijkheden in het opvangen en begeleiden van kinderen. Het gaat dan om zaken als:

1.    Respecteren van de grondslag van de school

2.    Gebrek aan opnamecapaciteit (aantal leerlingen per groep)

3.    Toegankelijkheid en inrichting van het schoolgebouw

4.    Medische zorg

5.    Specifieke onderwijsbehoeften waarvoor dagelijks langdurige individuele begeleiding nodig is en/of specifieke expertise van leerkrachten vraagt

Media
  • zorg